De jeugd van tegenwoordig heeft een gebrekkige algemene ontwikkeling, maar vreemd genoeg stijgt het gemiddelde IQ in de westerse landen, ondanks alle klachten over het onderwijs, voortdurend.
In 1932 groeiden veel jongeren op in armoede zonder goede gezondheidszorg. Gunstigere omstandigheden zouden ervoor hebben gezorgd dat jongeren in 1982 zes IQ punten hoger haalden dan leeftijdsgenoten uit 1932. De lichting van 1982 waren echter 20 punten slimmer, dus er is een stijging van 14 punten die niet te verklaren is.
De introductie van langdurig onderwijs voor iedereen kan het gemiddelde IQ hebben verhoogd, maar als een leerling eenmaal basisvaardigheden beheerst kunnen extra jaren op school wel zijn kennis, maar niet zijn IQ verhogen.
Een derde verklaring is dat iedere nieuwe generatie scholieren beter getraind is in het maken van IQ-tests dan de vorige. Er is echter geen aanwijzing voor dat de uitkomsten van een IQ test de intelligentie verkeerd zou inschatten.
Ook genetische aanleg heeft invloed op het IQ. Het is echter zo dat mensen met een laag IQ bovengemiddeld veel kinderen krijgen. In aanleg zijn we dus niet slimmer dan de mensen vroeger.
Rond 1932 had men nog geen massacultuur. Het is dan ook waarschijnlijk dat de toename van het IQ in die periode te maken heeft met betere voeding en gezondheidszorg. Maar in de afgelopen kwart eeuw gaf massacultuur de klant een kans om een actieve rol te spelen. Computerspellen en televisieprogramma's worden ingewikkelder en mensen worden dus steeds slimmer.
239 woorden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten